Jan

Via een uitvaartverzorger was Jan aan mijn naam gekomen. Z’n vader was overleden en nu zocht hij hulp met het leeghalen van het appartement. Op een frisse maandag trof ik Jan aan in het huis van zijn vader. De eettafel stond er nog met twee stoelen, een paar ietwat verlepte planten, een bed dat niet meer was opgemaakt. Wat serviesgoed op het aanrecht. Stapeltjes kleding in de linnenkast.

Jan had een lijst met wat weg kon en wat moest blijven. Sommige spullen zou hij nog proberen te verkopen, andere spullen zou hij meenemen. Samen liepen we door de kamers. Hij meldde terloops dat hij verzamelt en een huis vol heeft dat eigenlijk ook wel eens opgeruimd moet worden. Maar ja, hoe begin je daaraan? En hoe maak je keuzes?

Op een dinsdag in mei was ik weer in het appartement van zijn vader want alle overgebleven spullen werden opgehaald. Ik raadde Jan om die dag niet in het huis van zijn vader te zijn. Je gaat toch de mensen op hun handen kijken. En als er per ongeluk iets kapot valt dan voelt dat voor jou heel anders dan voor iemand die die vaas laat vallen.

Eind juli mailde ik Jan want ik was benieuwd hoe het met hem ging. Of hij het een idee vond om een keer te bellen. Ik kreeg een dag later reactie. ‘Blij verrast door je email, dat waardeer ik bijzonder. Met mij gaat het op zich goed. Ik heb het, zoals het geloof ik heet, een mooi plekje kunnen geven. Heel veel gedaan en geregeld, dat is bijna klaar. Nog een paar zaken m.b.t. belastingen enz., komt vast goed. Nu nog de vele verhuisdozen opruimen/wegwerken. Lijkt me leuk om even met elkaar te praten.’

 

Vlak voor m’n vakantie belden we. Het voelde allemaal wel ok. ‘Hoeveel dozen staan er in je huis?’, informeerde ik voorzichtig. ‘Nou, drie in de gang, die staan er al maanden. En in de woonkamer staat ook nog een aantal. En tja, de berging staat eigenlijk helemaal vol, m’n fiets kan er nog net bij.’ Ik liet een stilte vallen. ‘Hoe ga je dat allemaal aanpakken? Welke stok heb je achter de deur?’ ‘Eigenlijk geen’, zei Jan. ‘Wat zou je ervan vinden als ik je zou helpen met het leeghalen van die dozen?’ Ik hoorde hem denken. ‘Daar ga ik over nadenken!’, zei hij bijna enthousiast.

En vorige week belden we dus. Het verdrietige gevoel was aan t slijten, zeker in vergelijking met hoe het was aan het begin van het jaar. Dat kreeg steeds meer een goede plek. Hij was door de spullen van zijn ouders aan t gaan en had geen deadline in gedachten om daar op een bepaald moment mee klaar te zijn. Het gaat gewoon zijn gangetje. En het mooiste dat hij vertelde was dat het hem lukt om zelf keuzes te maken. Hoe heerlijk is dat? En helemaal goed natuurlijk.