Niemand.

Niemand.

Niemand.

Begin mei ontmoet ik Marion. Ik hoor aan haar stem én haar verhaal door de telefoon dat ze helemaal in paniek is. Ik stel voor dat ik meteen ’s avonds langskom. Dat stelt haar wat op haar gemak.

Mei 2021

‘Dat jij ’s avonds werkt,’ zegt ze bij binnenkomst. Ik kom binnen in een ontploft huis. Overal papier, boeken, verdorde planten, dozen, verzorgingsproducten, schoonmaakmiddelen, spulletjes, kleding. Twee laptops op tafel en een verslagen dame aan tafel. Een dame van midden zestig die twee weken daarvoor haar partner Pieter is verloren.

Ze weet niet waar ze moet beginnen. Ze heeft niemand met wie ze kan overleggen en ze is vooral bang en onzeker. Ook bang voor de digitale wereld. ‘Dat deed Pieter altijd,’ zegt ze. ‘En de administratie, hoe moet dat nu?’ Ik vraag wat ze bedoelt. ‘Nou, de belastingaangifte bijvoorbeeld. Ik weet m’n wachtwoord niet en heb dat nog nooit gedaan.’ Écht blinde paniek.

Het huis waar we elkaar treffen, is het huurhuis van Pieter waar zij samen de afgelopen dertig jaar hebben gewoond. Ze heeft ook nog haar eigen huurhuis. Net voordat Pieter overleed, hebben ze een geregistreerd partnerschap geregeld. En dat is te laat; ze mag waarschijnlijk niet blijven wonen in dit huis. Ondanks dat iedereen weet dat zij al jaren ook op dit adres woont. Haar wereld staat echt op z’n kop.

Ze heeft letterlijk adem te kort en hyperventileert bijna. Haar wangen worden steeds roder. Ze is chronisch ziek en heeft geen kinderen of andere mensen die ze om hulp kan vragen. Ze is opgelucht en verrast dat ik meteen kom. Ze zet koffie voor ons en loopt vervolgens helemaal leeg. Door het stellen van wat vragen krijg ik een aardig beeld van de situatie.

Pieter deed altijd alle administratieve zaken, ook voor Marion, waaronder die belastingaangifte. Alle wachtwoorden heeft hij in een digitale kluis gezet. Marion is, zoals ze zelf zegt, erg dom met computers. ‘En ik voel me zo onzeker.’

Ik zeg tegen haar dat ik het erg stoer vind dat ze dit zomaar tegen een wildvreemde durft te zeggen. ‘Iedereen heeft Outlook en Windows, Pieter gebruikte Linux en dat kennen veel mensen niet. Hij had dat ook op mijn laptop geïnstalleerd. Ik kan nergens bij en ik weet niet hoe het moet. Moet ik dan niet een andere computer kopen?’ Haar gedachten vliegen heen en weer. ‘Ik heb al jaren niet meer ingelogd bij mijn banken, die banken veranderen iedere keer de manier waarop ik moet inloggen en ik durf het niet. Ik weet niet wat kan er allemaal kan gebeuren.’

Het is inmiddels half tien, het is tijd om te stoppen. Voordat ik vertrek, zeg ik tegen Marion dat ze me altijd mag bellen als ze een vraag heeft of gewoon even wil kletsen, haar gedachten wil ordenen. In de komende weken ga ik Marion helpen om haar twee huizen op te ruimen en er één huishouding van te maken.

Ik ben onder de indruk van deze dame. Het doet me verdriet dat er mensen zijn die werkelijk niemand in hun buurt hebben om even mee te overleggen over gewone dagelijkse dingen. Het doet gewoon pijn.

Nou begrijp ik het ….

Nou begrijp ik het ….

Nou begrijp ik het ….

Vorig jaar verhuisde de vader van een vriendin naar een verpleegtehuis en haar moeder moest helaas worden opgenomen op een afgesloten afdeling. En daar zat ze. Het verdriet over haar ouders, alles er omheen regelen, een drukke baan en een vol ouderlijk huis dat ook nog eens in het zuiden van het land staat en zij in het midden van het land woont.

Maart 2021

Vorig jaar verhuisde de vader van een vriendin naar een verpleegtehuis en haar moeder moest helaas worden opgenomen op een afgesloten afdeling. En daar zat ze. Het verdriet over haar ouders, alles er omheen regelen, een drukke baan en een vol ouderlijk huis dat ook nog eens in het zuiden van het land staat en zij in het midden van het land woont.

Ze vroeg onze hulp en samen met haar gezin hebben we een weekend lang spullen van zolder gehaald, gesorteerd en in verschillende hoeken neergezet voor de stort, kringloopwinkel of opslag. Op een bepaald moment trok ze het niet meer. Ze was zo moe en ze wilde over alles wat door haar handen ging een beslissing nemen. En ik was juist zo lekker bezig, ik begreep het niet. We dronken een kop thee, verlaagden het tempo en gingen toch weer verder. Inmiddels zijn haar beide ouders overleden, het huis is verkocht en nu heeft ze nog een  opslagruimte met spullen.

Half oktober overleed, totaal onverwacht mijn moeder. Ze is 86 jaar geworden en heeft een mooi leven gehad. Samen met mijn broers zijn we bezig om ons ouderlijk huis op te ruimen en verkoopklaar te maken.

Nuchter als ik ben, was ik van plan om ‘even’ op een ochtend te beginnen met het leeghalen van kledingkasten in de ouderlijke slaapkamer. Muziekje erbij, kop koffie in de hand en vuilniszakken paraat.

En daar begon ik, in de rechterkast, bovenste plank. Wat truien, tassen en ondergoed. En toen wat onbekends. Althans op dat moment. Ik trok de stapel naar voren en haalde deze uit de kast. Een gevuld plastic zakje en een stapel zakdoeken. In het zakje zaten de trouwhandschoenen van mijn moeder en de zakdoeken waren van mijn vader. Voor de goede orde, mijn vader overleed in 1992. Ik herkende die zakdoeken die ik als kind vaak heb gestreken. En ja hoor, daar kwamen de tranen….

Toen ik wat was bijgekomen, begon ik aan de volgende kast. Een stapel zakdoekjes, met een zakdoekje dat ik ooit aan mijn oma heb gegeven. Er zat namelijk een briefje bij dat mijn moeder had geschreven namens mij. Ik was drie. Dat had mijn moeder allemaal bewaard.

Na ongeveer drie uur was ik vier kasten verder en bekaf. Dat even opruimen kostte toch een energie. Dat kwam natuurlijk door al die emoties die loskwamen bij het zien van onze familiegeschiedenis uit de kasten.

Ik begreep nu ook heel goed wat mijn vriendin bedoelde toen ze zij dat ze zo moe werd tijdens het opruimen in haar ouderlijk huis.

Eerlijk gezegd, ben ik blij dat ik nu weet hoe het voelt. Als ik jou mag helpen bij het opruimen van je (ouderlijk) huis houd ik daar rekening mee. Ik doe namelijk niets liever dan opruimen! En als ik je daarbij kan helpen, graag. Jij bepaalt het tempo waarin we aan de slag gaan met jouw spullen.Vul het contactformulier in dan neem ik contact met je op.

De eerste indruk.

De eerste indruk.

De eerste indruk.

Gluren bij de buren.

Als eigenaar van een huis dat je wil verkopen, kun je één keer een goede en positieve eerste indruk van je huis geven. Als je geen zin of tijd hebt om je huis op te ruimen en verkoopklaar in te richten zodat de fotograaf gunstige foto’s kan maken en de makelaar potentiële kopers kan rondleiden, kan ik je helpen.

Februari 2021

Regelmatig gluur ik bij de buren. Als ik aan het wandelen ben met mijn hond en op Funda. En geloof me, er zijn meer mensen die dat een leuk tijdverdrijf vinden. Je ziet immers nog eens wat van het huis van een ander zonder dat je echt binnenkomt. Ik kijk bij mij in de buurt en in steden en dorpen om ons heen. Naast plattegronden van het perceel, de verdiepingen en een enthousiaste beschrijving van het huis, zijn er tientallen foto’s beschikbaar die eigenlijk het verhaal van het huis vertellen. De zon schijnt altijd, de groothoeklens maakt de kamers vaak optisch groter, in de badkamer liggen kleurige handdoeken achteloos op een stapeltje op de badrand en de kamers zijn opgeruimd. Nou bijna altijd… Het komt ook voor dat het lijkt alsof de bewoners halsoverkop het huis hebben verlaten en het te koop hebben gezet. Misschien zijn ze overleden en zijn er geen erfgenamen. Dat vertelt het verhaal niet. In ieder geval zijn er wel foto’s gemaakt en op Funda gezet. Niet opgemaakte bedden, een wc-rol op het nachtkastje, overal kleding, spullen, kriskras door elkaar. Hoe kunnen potentiële kopers daar doorheen kijken? Mensen vinden dat al zo moeilijk, zeker als kamers tjokvol staan met dozen, tafeltjes, stoelen.

Je wilt toch als eigenaar dat het huis zo optimaal mogelijk op Funda komt? Dat geïnteresseerde mensen bij het zien van de foto’s een goede en positieve indruk krijgen? En direct een afspraak willen maken om het huis te bezichtigen? Ja toch? 

Het kan ook zijn dat je als eigenaar geen tijd of zin hebt om een huis in te richten voor de verkoop. De kamers opruimen en zó inrichten dat ze gunstig gefotografeerd kunnen worden. Het terras aanvegen en de tuinset uitnodigend neerzetten. De eerste indruk overweldigend maken zodat het huis snel en voor een mooie prijs verkocht wordt.

Ik doe niets liever dan opruimen en huizen verkoopklaar maken. Ik sta neutraal tegenover de inboedel van een huis omdat ik juist de geschiedenis niet ken. Ik heb geen emotionele binding met de spullen en kan daardoor makkelijk en snel keuzes maken. Ik ruim de kamers op en verplaats meubels en spullen om het huis zo voordelig mogelijk in beeld te brengen. Door de andere inrichting begin ik een nieuw verhaal over het huis dat de nieuwe bewoners verder afmaken. Mooi toch? In enkele dagen heeft een huis een metamorfose ondergaan en kan de fotograaf aan de slag. Ik kan ervoor zorgen dat het huis er picco bello uit komt te zien. Zo maken we met elkaar de eerste indruk van het huis een top eerste indruk.

Ruim jij op voor je doodgaat?

Ruim jij op voor je doodgaat?

Ruim jij op voor je doodgaat?

5 Tips om het je nabestaanden makkelijker te maken als je eenmaal overleden bent.

Gek om te praten over de situatie na je overlijden, of toch niet?

Januari 2021

Je kent ze misschien wel; mensen die op hun sterfbed nog bepalen welke wensen ze hebben over de begrafenis, wat ze willen met de spullen in hun huis. ‘Enne denk je eraan dat …’, nou dat dus. Dat wil je toch niet?

Kun jij het je voorstellen?

Probeer je de situatie eens voor te stellen als jouw uitvaart achter de rug is. Je kinderen hebben voordat je overleed, naast hun baan en hun eigen leven, voor je gezorgd; iedere keer met je mee naar het ziekenhuis, erbij zijn als de huisarts weer langskwam, je was doen, eten koken, boodschappen, overleg met de buurt- of thuiszorg, administratie. Nu ben je er niet meer. Na een mooi afscheid blijkt pas hoe moe ze zijn. Ze willen tijd besteden aan hun eigen gezin, hun eigen leven.

Al die spullen, jouw spullen.

Nu zijn er nog jouw spullen en misschien je huis. Een leven lang in kasten, op zolder, foto’s, kleding, boeken. Dat moeten ze allemaal nog uitzoeken, verdelen, weggeven, misschien toch weggooien. Hoe mooi zou het zijn voor jezelf en je naasten als je hebt opgeruimd voor je gaat? In alle rust kun je dat voorbereiden, opnieuw door je spullen en bepalen wat ermee moet gebeuren.

Een Zweedse dame, Margareta Magnusson, ergens tussen de ‘tachtig en honderd’ zoals ze zelf zegt, deelt in haar boek ‘Opruimen voor je doodgaat’ haar gedachten over dit fenomeen. 

Ze is verschillende keren over de hele wereld verhuisd en heeft daardoor veel ervaring met kiezen tussen haar spullen. Wat neem ik mee en waarmee kan ik een ander een plezier doen. De manier waarop ze dat schrijft, geeft een warm gevoel: bijna gezellig!

Aan de hand van tips van Margaretha en van mij, krijg je een aantal tips om het voor jezelf makkelijker te maken om alvast op te ruimen voor je doodgaat.

Geef met warme hand.

Oftewel weggeven als je nog leeft. Iedere keer als Margareta bij haar moeder kwam, gaf die haar een mooi tafelkleed met bijbehorende servetten of borden van een mooi servies. Haar moeder gebruikte het immers nier meer. Althans niet in de aantallen van vroeger. Margareta is eerlijk; zadel anderen niet op met de spullen die jij mooi of bijzonder vindt. Bepaal niet voor een ander dat het schilderij heel goed past in het huis van je zoon of dochter. Accepteer dat zij een andere smaak hebben. Juist het bij leven geven van spullen aan een ander waarvan je weet dat zij of hij gek is om dat servies of vaas geeft een heerlijk gevoel.

Boeken gaan op reis.

Als ik een boek heb gelezen en een vriendin wil het graag lezen dan vraag ik het niet meer terug. Het boek gaat als het ware ‘op reis’. Mijn vriendin leest het vast met veel plezier en geeft het weer door aan een ander.

Geniet van je spullen.

Margareta geniet als ze door haar spullen gaat. Ze waardeert opnieuw haar spullen.  Ze beleeft weer opnieuw het moment waarop ze de spullen kreeg of kocht. Haar hoofd vult zich met de gedachten uit die tijd. Een mooi tijdverdrijf toch? En daarna maakt ze de keuze wat ze er meedoet. Opgeruimd staat netjes.

De ‘weggooi’ doos.

Het mooiste cadeau dat ze zichzelf geeft is een doos, zo groot als een schoenendoos, waar ze tijdens het opruimen hele persoonlijke spullen in doet waar ze nog geen afscheid van wil nemen. Souvenirs, programma’s van theatervoorstellingen, brieven, krabbeltjes. Af en toe pakt ze de doos, en leest die ene brief nog een keer of bekijkt ze het souvenir. Spullen die voor een ander totaal geen waarde hebben en voor haar enorm belangrijk zijn. Op de deksel van de doos staat ‘weggooien’. Als ze er straks niet meer is, mag de inhoud, inderdaad, worden weggegooid.

Je houdt zelf de regie.

Mensen willen over het algemeen onafhankelijk zijn en blijven. Ook als ze ouder worden. Soms is het ook wel eens fijn als een ander voor jou iets bepaalt toch? Bij leven kun je dus nog heel goed als regisseur optreden. Jij bepaalt wat er gebeurt bij het opruimen voor je doodgaat. Welke ruimte in huis pak je als eerste aan? Wat doe je met de spullen waar je afscheid van neemt?

Er is hulp. 

Het is best een stap om op deze manier naar je situatie en je spullen te kijken. Je eerste reactie kan best zijn; ‘oh, ik moet dus nu maar alles wegdoen’. Je kunt het ook zien als een reis. Je bent zelf de reisleider, je houdt de regie en bepaalt wanneer je wat gaat doen. Je hoeft dit niet alleen te doen, ik help je. Heb je nog reisgezelschap ook.

Opruimen voor je doodgaat is zo gek nog niet.

Het grootste cadeau geef je je nabestaanden. Zij krijgen tijd om te rouwen en weer terug te keren naar hun eigen leven. Het enige dat ze moeten doen is jouw doos weg te gooien. Je doet jezelf een plezier door je spullen opnieuw te waarderen, je kunt er de tijd voor nemen en jij blijft baas over je eigen spullen. Hoe lijkt het je om iets waardevols of moois aan iemand te kunnen geven waarbij je een stukje geschiedenis kunt vertellen? Het is handig om een plan van aanpak te maken. Wanneer ga je beginnen? Welke ruimte pak je als eerste aan? Wat ga je doen met alle spullen?

Zo blij!

Zo blij!

Zo blij!

Tja…

Tijdens onze eerste ontmoeting vertelt deze dame dat ze niet kan weggooien en niet van veranderingen houdt. Ze ziet op tegen opruimen en heeft er eigenlijk helemaal geen tijd voor.

November 2020

Tijdens onze eerste ontmoeting vertelt deze dame dat ze niet kan weggooien en niet van veranderingen houdt. Ze ziet op tegen opruimen en heeft er eigenlijk helemaal geen tijd voor. Dat begrijp ik wel; ze is zes van zeven dagen bezig met haar eigen bedrijf. Ze heeft ook een beetje last van hamsterwoede. Sommige spullen kun je misschien nog een keer gebruiken? Haar wens is om de keuken helemaal op te ruimen en het daarna zelf bij te houden.

Op een zondag gaan we aan de slag. Een open kast staat vol met van alles; groenten in een kist, plastic opbergdozen op de onderste plank, machines die ze niet of misschien een keer per jaar gebruikt, glazen potten met soorten pasta en zaden. Ze haalt één voor één spullen uit de open kast en maakt snel en resoluut keuzes: dit kan weg naar de kringloop, dit moet in een andere kast en dit is kapot en kan in de vuilnisbak. Kast leeg en schoongemaakt, zetten we de spullen die ze vaak gebruikt op reikhoogte. De plastic opbergdozen zetten we daarboven in plaats van op de onderste plank. Kan de hond er ook niet meer in snuffelen, wel zo hygiënisch.

Oude kranten.

Bovenop de keukenkastjes staan een paar flessen wijn, een grote doos in een vuilniszak, een mand met schoenpoetsmiddelen. We halen alles van de kastjes af en leggen oude kranten op de kastjes. ‘Dat deed mijn moeder ook altijd, tegen het stof. En een volgende keer hoef je alleen de kranten dicht te vouwen en te vervangen door nieuwe.’ Dankjewel voor deze tip!

De flessen wijn verhuizen naar de woonkamer waar nog meer drank staat. De mand met schoenpoets gaat naar de gang. Op naar het overvolle aanrechtblad. Dit staat en ligt zo vol dat je geen ruimte hebt om eten voor te bereiden. Oké, deze berg keukengerei ligt hier. Wat zit erin? Gebruik je het? Waarom ligt het daar? Waar kunnen we het ook opbergen? 

Ik stel haar deze vragen zodat zij kan beslissen wat ze ermee wil. De frituurpan zetten we op een leeggekomen plank. Het koffiezetapparaat en de waterkoker krijgen een andere plek dichtbij een stopcontact. Langzamerhand wordt het leger en leger op en rondom het aanrechtblad.

Dan volgen nog een paar kastjes. Ze haalt het servies eruit en selecteert snel wat ze er mee wil. En hup, sopje door de kast en het serviesgoed er weer in. Althans, wat ze nog gebruikt.

Rust.

Na drie uur is de tijd om. De dame vertelt dat ze niet wist wat ze moest verwachten. Ze vond het spannend. Ze schaamt zich voor haar huis. Vindt het letterlijk stom dat ze dit niet zelf kan. En als je eens weet, wat zij allemaal in haar eigen bedrijf kan? Dat kan ik dus weer helemaal niet …

Als ze nu terugkijkt naar haar keuken, dan geeft dat haar rust. Er is weer licht aan het eind van de tunnel. Ze is oprecht verbaasd dat ze dit allemaal zelf heeft gedaan. Ik stond aan de zijlijn en stelde af en toe vragen waardoor zij kon beslissen. Ze had zelf de regie. Ze waardeerde het dat ik haar complimenten gaf omdat ze snel beslissingen nam. En, ik heb geen opmerkingen gemaakt over haar huis. Dat gaf een veilig gevoel.

Een paar dagen later krijg ik een berichtje van haar: ‘Zooo blij’. Ik antwoord: ‘leuk om te horen’ en zij zegt ‘fijn om te zeggen.’ Ik zeg ‘en volhouden hè (met een knipoog). ‘ Jep’ is het antwoord.